Erwtensoep
Ingrediënten voor 4 personen:
1½ liter kraanwater
300 g spliterwten
2 schouderkarbonaden
1 gedroogd laurierblaadje
1 knolselderij
2 preien
25 g verse selderij
1 fijne rookworst
Bereiden:
Erwtensoep vind je over de hele wereld, maar snert is typisch Nederlands. Het verschil? Daarover lopen de meningen nogal uiteen. Er zijn mensen die zeggen dat snert de dikkere variant is van erwtensoep die je een dag laat staan. Maar het verschil zit ’m volgens sommigen ook in ingrediënten: in erwtensoep zitten spliterwten, groenten en rookworst, snert bevat soms ook nog varkensvlees.
Breng in een soeppan het water met de erwten, karbonaden en het laurierblad aan de kook. Laat met de deksel op de pan 20 min. op laag vuur zachtjes koken.
Schil ondertussen de knolselderij en snijd in stukken van 2 cm. Was de preien en snijd in halve ringen. Snijd de selderij fijn.
Neem de karbonaden uit de pan en snijd in kleine blokjes. Doe terug in de pan. Voeg de knolselderij, prei en ¾ van de selderij toe en roer door. Leg de rookworst in de soep en laat nog 20 min. zachtjes koken tot alle groenten gaar zijn. Roer regelmatig. Stamp de soep (niet de worst!) een paar keer door met de pureestamper.
Haal de rookworst uit de pan, snijd in plakjes en roer deze door de soep. Garneer met de rest van de selderij.
Vind je de soep wat te dik, verdun hem dan met water of bouillon.
Je kunt de soep 1 dag van tevoren bereiden. Bewaar afgedekt in de koelkast.
Eet smakelijk!